Wanneer stoppen dapperder is dan doorgaan
Op 27 mei 2025 kondigde topkeeper Mary Earps aan dat ze per direct stopt als international voor het Engelse voetbalteam. Geen dramatische statements. Ze speelt nog wel voor haar club, maar het hoofdstuk 'England' is gesloten. Haar beslissing kwam slechts 36 dagen voor de start van het EK 2025 in Zwitserland, waar Engeland de titel hoopt te verdedigen. De exacte reden kennen we niet, en daar wil ik ook niet op zinspelen. Wat mij intrigeert, is niet het waarom, maar het feit dát ze het deed. Dat ze zélf het moment koos om te stoppen. Op haar eigen voorwaarden. Stoppen op je eigen voorwaarden

In onze cultuur wordt stoppen vaak gezien als falen. Als je stopt, ben je afgehaakt. Te gevoelig. Te moe. Niet veerkrachtig genoeg. Maar wat als stoppen juist getuigt van leiderschap? Van trouw blijven aan jezelf?
Ik moest denken aan het boek 'Quit' van Annie Duke. Zij schreef over de kunst van verstandig stoppen: quit while you still have a choice. Met andere woorden: wacht niet tot omstandigheden of anderen de beslissing voor je nemen. Stop als je merkt dat de koers die je vaart niet meer de juiste is, ondanks dat het ooit wel klopte. Zelfs (juist!) als je er veel in hebt geïnvesteerd. We kennen allemaal wel de voorbeelden van sporters die (veel) eerder hadden moeten stoppen. Nou ja, dat vinden wij dan. Maar dat is uiteindelijk aan zo'n sporter om te beslissen. Niet aan ons.
Een van de inzichten die blijft hangen: hoe meer tijd, energie en geld we in iets gestoken hebben, hoe moeilijker het is om los te laten. We noemen dat "escalation of commitment". We blijven ergens aan vasthouden omdat we er ooit aan begonnen zijn. En het idee van stoppen voelt als verspilling. Maar wat we vaak vergeten, is dat vasthouden aan iets dat niet meer werkt óók verspilling is. Van tijd, energie en misschien zelfs van je geloofwaardigheid.
Duke stelt voor om bij elk doel een set 'kill criteria' te formuleren. Vooraf. Criteria die je helpen bepalen wanneer stoppen beter is dan doorgaan. Bijvoorbeeld: "Ik ga dit project uitvoeren, tenzij ik na drie maanden nog steeds geen commitment krijg van besluitvormers." Of: "We blijven protesteren tegen dat beleid, tenzij er in het komende jaar geen enkele nieuwe bondgenoot in de Tweede Kamer aanhaakt." Die 'unless' helpt je niet alleen om verstandiger besluiten te nemen, maar ook om los te komen van het idee dat stoppen een persoonlijk falen is. Want dat is het dus vaak niet.
Marije van den Berg schreef er in 2020 ook al over, in haar boek over stoppen, vooral gericht op organisaties die kritisch moeten kijken naar hun bestaansrecht en maatschappelijke meerwaarde. Ze laat zien dat stoppen ook een daad van zorgvuldige verantwoordelijkheid is. Voor jezelf, voor je team, voor je missie. Niet stoppen omdat je opgeeft, maar omdat je verantwoordelijkheid neemt. Omdat je ziet dat het anders moet, en dat jíj degene bent die de eerste stap moet zetten. En soms betekent dat dus: de stekker eruit trekken.
Ik trok ooit in 2010 de stekker uit zeven jaar uit de hand gelopen (maar superleuke) hobby Schaatsreporter.nl. De hobby was werk geworden, en daarmee was ik mijn hobby verloren. Het had me enorm veel gegeven: ik schaatste de alternatieve Elfstedentocht als sponsortocht voor de Nierstichting en stond naast Ard Schenk (Ard! Schenk!) op het ijs. Ik nam video's op met Sven Kramer, Ireen Wüst, Jan Bos en vele anderen. Ik was op zolder bij een revaliderende Stefan Groothuis. Die het jaar erop wereldkampioen sprint werd. Ik kwam op geweldige plekken en genoot als een malle. Maar ineens wist ik: dit was het. Klaar nou.
In de wereld van maatschappelijke initiatieven is dit spannend terrein. Want we bouwen vaak vanuit idealisme. Vanuit missie. Vanuit het diepe geloof dat iets Heel Erg Anders Moet. Beter moet. Stoppen voelt dan als verraad. Aan de zaak. Aan de mensen voor wie we het doen. Aan onszelf. Toch kán het in sommige gevallen ook daar wijs zijn om zo'n keuze te maken.
Ik zie het in mijn werk met changemakers regelmatig. Initiatieven die begonnen zijn met vuur en visie, maar na jaren worstelen vastlopen. Niet per se omdat het idee niet goed was. Maar omdat de context veranderde. De politiek, de samenleving, het geld, loyaliteit, het team. Of simpelweg omdat de oorspronkelijke vorm niet meer past bij de huidige missie. Dan is het geen zwakte om te stoppen. Het is strategisch leiderschap. Niet stoppen met je missie, maar stoppen met de vorm die ooit werkte, maar nu in de weg zit. En soms kun je dan een nieuwe vorm vinden. Of het stokje doorgeven. Of het even in de vrieskist zetten en na een jaar nog eens kijken of het dan een beter moment is.
En ja: soms roept de oppositie dan harder. Juist als jouw besluit of koerswijziging raakt aan hun belangen. Want als je iets verandert dat voor hen verlies betekent, komt de weerstand. Dan kan stoppen — of heroriënteren — voelen als het aanwakkeren van conflict. Maar vaak is het precies dat moment waarop je beseft: dit is nodig. Hier ligt iets essentieels op tafel.
Het kan ook anders lopen: dat je bakken met spijt krijgt als je stopt. Ik stopte ooit tijdelijk met mijn belangrijkste sociale project: WeesWijzer. Twee jaar lang (veel te lang!) stond het in de vrieskist. Ik was om de verkeerde redenen gestopt. Dat waren redenen als 'ik heb toch al gedaan wat ik kon'. En 'ik ben geen sociaal werker, ik heb dat boek al geschreven'. En meer van dat soort quatsch.
Toen ik het weer van de plank haalde en doorging met interventies plegen bij corporaties en weeskinderen bijstaan in hun strijd om woonrecht, en andere inhoudelijke kwesties, begon alles meteen weer te stromen. En acht jaar later was daar 'ineens' de Wet Huurbescherming Weeskinderen.
Dat ik destijds ben gestopt, dat spijt me nog steeds. Die keuze zou ik nu niet meer maken. Maar dat betekent niet dat ik andere projecten niet zou kunnen laten gaan. Dat is voor mij nu niet actueel. Maar ik help anderen wel, ook op basis van mijn eigen ervaring in stoppen, herpakken en slagen wel om de juiste keuze te maken voor hún situatie. Want ieder scenario is weer anders, en geen sociale missie is hetzelfde.
Soms moet je het herpakken en serieus blijven doorbouwen. En soms zit de dapperste beslissing niet in doorgaan, maar in de moed om te zeggen: dit was het. Tot hier. En nu iets anders. De kunst is om dat moment te herkennen. Om eerlijk te durven kijken naar waar je staat, en wat er echt nodig is. Niet alleen voor jou, maar ook voor het grotere geheel.
Daarvoor is zelfkennis nodig. En bondgenoten. Mensen die je scherp houden, die je helpen afwegen, en die je steunen als je besluit dat het tijd is voor iets anders. Soms is stoppen de sleutel tot een grotere volgende stap. En soms is stoppen gewoon: stoppen. Klaar. Goed zo.
En dat is óók een vorm van winnen.
Misschien is dit het moment om in je eigen missie eens te kijken naar je 'unlesses'. Naar de criteria die je helpen koers te houden zonder vast te lopen. Naar de ruimte die ontstaat als je jezelf toestemming geeft om te stoppen. Niet uit zwakte. Maar uit wijsheid. Op je eigen voorwaarden.
Want stoppen kan, net als bij Mary Earps, ook een keuze zijn voor jezelf. Voor helderheid. Voor een toekomst waarin je fris en bewust verder kunt, op een manier die klopt. Iets anders. Iets beters.