Voetbaltransfers, menselijke waardigheid en opstanden
De voetballer als melkkoe: over transfers, menselijke waardigheid en stille opstanden.
Deadline Day in de Premier League. Voor sommigen een feestje vol cijfers, geruchten en breaking news. Voor anderen voelt het als een soort moderne veemarkt. Spelers worden van club naar club gereden alsof het stieren zijn die van stal wisselen. Met hun waarde op hun rug gekalkt: 145 miljoen, 75 miljoen, 10 miljoen. Allemaal naast elkaar in dezelfde kleedkamer.
Ik luisterde naar de podcast van oud-voetballer Gary Lineker, The Rest Is Football, waarin hij hardop uitsprak: "Voetballers worden als vee behandeld. En dat gebeurt in geen andere beroepsgroep zoals in voetbal." Lineker: "They're being treated a little bit like... cattle or... human beings being bought and sold". Lineker geeft ook aan dat dit "a very strange thing" is, en "almost unique to football" vergeleken met andere sporten waar zaken anders georganiseerd zijn. Ook zegt hij dat dit transfersysteem al vele jaren zo werkt en dat mensen eraan gewend zijn geraakt, en het inmiddels niet meer bekritiseren). En ik dacht: ja. Dat is precies het beeld dat ik al langer in m'n hoofd heb. Je zou bijna vergeten dat er mensen achter die rugnummers schuilgaan.

Want wat gebeurt er bij zo'n transfer? Achter de schermen zie je levens op hun kop gaan. Gezinnen die halsoverkop verhuizen, kinderen die naar een andere school moeten, partners die hun werk of leven in een ander land opnieuw moeten opbouwen. Maar daar hoor je zelden iemand over.
Overigens een side note: bij bepaalde ingrijpende gebeurtenissen kan ook de voetbalwereld zich empathisch en zorgzaam tonen. Na het hartverscheurende overlijden van Liverpool-speler Diogo Jota en zijn broer Andre Silva besloot Liverpool de rest van het contract van Diogo door te betalen aan zijn weduwe. En zo hoort 't.
En toch is er ook iets geks aan de hand in het profvoetbal. Aan de ene kant zijn voetballers superhelden. Voetbalkaartjes, t-shirts, handtekeningen. En ja, the magic ervan is superleuk. Ik ben zelf Liverpool-fan. Ik weet hoe het voelt! Ze worden bejubeld, tot sterren verklaard, hebben miljoenen volgers op Instagram.
Aan de andere kant zijn ze handelswaar. Een product van tijdelijke waarde. Alles wordt met cijfers geanalyseerd. Hoeveel kansen heeft een speler gecreëerd? Op welke plekken op het veld is de speler geweest? Hoeveel double touches maakte diegene? Hoeveel passes? En nog veel meer cijfers. Iedere minuut wordt vastgelegd en geanalyseerd. Niet alleen voor persoonlijke ontwikkeling. Maar de cijfers en percentages worden doorvertaald naar financiële waarde.
Euro's.
En zolang het product werkt, is 'ie van waarde. En dan is het weer voorbij. Lig je eruit. Een asset of verliespost op de balans. En dat is niet alleen de schuld van clubs of makelaars. Ook de fans, wij allemaal, doen eraan mee. Iedereen vindt iets van die speler die 'ineens' naar een andere club wil. Of juist níet wil vertrekken. Alles ligt onder een vergrootglas.
En dan heb je nog de contracten. In beton gegoten, zou je denken. Maar niet voor iedereen op dezelfde manier. Neem Marc Guehi. Speelde zich keurig in de kijker, werd aanvoerder van Crystal Palace, heeft het Engelse nationale team meermaals vertegenwoordigd (en blijft dat doen). Hij wilde een stap maken, naar Liverpool. Maar mocht niet vertrekken. Contract is contract, en verloopt pas aankomende zomer. Punt. Tegelijkertijd heb je een speler als Alexander Isak. Die legde zijn werk neer, eiste een vertrek, en kreeg zijn zin. Ook al liep zijn contract nog jaren door. Dan zie je het al gebeuren: wie zich netjes gedraagt, krijgt z'n kans niet. Wie z'n kont tegen de krib gooit, komt verder. Vinden de fans dit leuk? Sommigen balen ervan, want wie weet hoe zo'n nieuwe sterspeler zich gaat gedragen? Gaat het zo zijn als in een niet-zo-wholesome relatie, waarin je er vanaf komt als dat je eraan komt? Anderen vinden het minder bezwaarlijk hoe de speler uiteindelijk aan zijn transfer is gekomen. Voor hen gaat het vooral om de ongelooflijke hoeveelheid goals die naar aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gescoord gaan worden. En zo gek is dat ook weer niet. Maar toch...
Nice boys don't get the corner office.
Voetballers voelen dat. En gaan zich er soms ook naar gedragen. Niet omdat ze ondankbaar zijn. Maar omdat ze, net als ieder ander, regie willen over hun eigen leven. Omdat ze ambities hebben. Omdat ze ook gewoon mensen zijn, met verlangens, frustraties, en soms een breekpunt. Maar wat net zo belangrijk is (of hoort te zijn): het wél goed doen. Wél met wederzijds respect werken. Oók als het om miljoenen gaat.
Want de vraag is misschien eigenlijk: blijkt jouw ziel te koop?
Het wringt dat juist in een sport die draait om teamwork, menselijke kracht, en fysieke prestatie, de mens zelf vaak verdwijnt. Onder de miljoenencontracten. Onder de headlines. Onder de meningen. Want het is niet alleen de clubleiding die iets van je vindt. Het is ook je coach. Je fans. De media. Je moeder. Je land. En je bent als speler niet alleen een werknemer. Je bent publieke eigendom.
En dan heb je binnen die teams ook nog de onderlinge verschillen. Spelers die samen trainen, samen strijden, maar wiens waarde in euro's soms een factor twintig verschilt. Iedereen weet het. Alles telt.
In geen enkele andere beroepsgroep ligt je functioneren zó op straat. Geen HR-gesprek achter gesloten deuren. Alles is zichtbaar. Alles wordt becommentarieerd. En ondertussen wordt van je verwacht dat je presteert. Altijd. Scoren. De goede pass geven. Niet in de dug-out belanden. Gekozen worden.
Wat mij raakt, is hoe weinig empathie er soms is voor deze mensen. Ja, ze verdienen be-lach-e-lijk veel. Ze hebben gi-gan-ti-sche privileges en die staan in schril contrast met die van vele anderen. Maar geld is geen schild tegen ontmenselijking. Integendeel. Hoe hoger de bedragen, hoe harder het oordeel.
En dat brengt me terug bij die veemarkt. Bij de onderhandelaars. Bij die spelers die in de spiegel kijken en zich afvragen: wie beslist er eigenlijk over mijn leven? Ben ik dat, met mijn ambities, toewijding, talent en korte kans op carri`ère? Of is het iemand van wie ik nog niet weet dat 'ie op me biedt, en heb ik voor de hoogste bieder mijn leven om te gooien? Mijn gezin te verschepen?
Nee, het is niet 'maar een spelletje'.
Het is een vraag die verder reikt dan het voetbal. Want ook buiten het stadion zijn er mensen die zich product voelen. Die zich netjes gedragen en tóch blijven steken. Die dromen hebben, maar vastzitten in systemen. Misschien ken je ze. Misschien bén je er een. Heb je een goede baan. Heb je je opgewerkt naar een mooie positie. Vind je het op zich wel okay, maar ergens knaagt het. Heb je inderdaad een HR-gesprek gehad. Heb je allerlei metrics en vragen beantwoord, in een persoonlijk ontwikkelplan. Maar of je nu echt het onderste uit de kan haalt...nou ja, misschien in de grenzen die de baan van je verwacht.
Maar zit er nog veel meer in. Heb je een hele legacy achter te laten, die verder reikt dan die in je functieonschrijving past. Die minder te maken heeft met salarisschalen, periodieken en een vast aantal vrije dagen. Die minder te matchen is met een situatie waarin je een 'human resource' bent. En een situatie waarin de resource meer en meer artificieel wordt, danwel vervangen wordt door artificiële intelligentie.
De vraag is dan: hoeveel ruimte is er nog voor menselijke waardigheid in een wereld die alles meetbaar wil maken, sneller wil maken, wil automatiseren, en er niet twee keer over nadenkt om
En wat gebeurt er… als de melkkoe dán nog de ketting afwerpt?
